wildplakte
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: wildplakte (hulp, bestand)
Woordafbreking
- wild·plak·te
Werkwoord
vervoeging van |
---|
wildplakken |
wildplakte
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van wildplakken
- ... dat ik wildplakte.
- ... dat jij wildplakte.
- ... dat hij, zij, het wildplakte.
- ... dat ik wildplakte.