wikkelde in

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wik·kel·de in
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
inwikkelen

wikkelde in

  1. enkelvoud verleden tijd van inwikkelen
    • Ik wikkelde in. 
    • Jij wikkelde in. 
    • Hij, zij, het wikkelde in. 


Gangbaarheid