wijzigen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wij·zi·gen
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘veranderen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1811 [1]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
wijzigen
wijzigde
gewijzigd
zwak -d volledig

Werkwoord

wijzigen

  1. overgankelijk zodanig aan iets werken dat het anders wordt
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen