wijkkantoor
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: wijkkantoor (hulp, bestand)
Woordafbreking
- wijk·kan·toor
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wijkkantoor | wijkkantoren |
verkleinwoord | wijkkantoortje | wijkkantoortjes |
Zelfstandig naamwoord
het wijkkantoor o
- een lokale vestiging van een organisatie in een wijk