wierp omver

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wierp om·ver
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
omverwerpen

wierp omver

  1. enkelvoud verleden tijd van omverwerpen
    • Ik wierp omver. 
    • Jij wierp omver. 
    • Hij, zij, het wierp omver. 


Gangbaarheid