wienerschnitzel

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

wienerschnitzel
Uitspraak
Woordafbreking
  • wie·ner·schnit·zel
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Duits
enkelvoud meervoud
naamwoord wienerschnitzel wienerschnitzels
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de wienerschnitzelm

  1. (voeding) gepaneerde, platte lap kalfsvlees gebraden in reuzel of olie en geserveerd met citroen
    • De partij lijkt geïnspireerd te zijn door de Duitse minister van Landbouw, Christian Schmidt, die sinds een week ’Wat er op staat, moet er ook in zitten’ als levensmotto heeft. Het consequent doorvoeren van deze logica gaat overigens problemen opleveren voor tal van andere vaak oer-Nederlandse producten: Katjesdrop, Gesuikerde spekjes, Jodenkoeken, Negerzoenen, Zigeunerschnitzel, Wienerschnitzel, Lamsoren, Pepernoot, Pindakaas, Moorkop, Vogelzaad, Boterhamworst, Bokkenpoot, Boerenjongens, Aalbessen, Prinsessenbonen, Tompoes, Langevingers, Kikkererwten, Vleestomaten, Koninginnesoep, Borrelnootjes, Russisch Ei, Slavinken, Patatje Kapsalon, Vliegenzwam, Varkenshaas, Boerenkool, Hagelslag en Bereklauw zullen verdwijnen. Maar ook de Volkswagen “Kever” en Schone Diesel zijn dan natuurlijk uit den boze. Droplullen[1] 
    • Misschien kom je niet verder dan een Wienerschnitzel of een Wienermelange als je denkt aan de Oostenrijkse keuken, maar er is natuurlijk veel meer. Wat dacht je van de overbekende klassieker apfelstrüdel of heb je ooit gehoord van Kaisserschmarren?[2] 

Gangbaarheid

94 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. de Telegraaf 05 jan. 2017
  2. de Telegraaf 06 jan. 2016
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be