wida
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- wi·da
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wida | wida's |
verkleinwoord | widaatje | widaatjes |
Zelfstandig naamwoord
wida
- (zangvogels) een zangvogel uit het geslacht Vidua van de familie Viduidae
Hyponiemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'wida' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.