whiteboard

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

whiteboard op de achtergrond
Uitspraak
Woordafbreking
  • white·board
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Engels [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord whiteboard whiteboards
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het whiteboardo

  1. een glad, wit gekleurd metalen bord waarop men met behulp van een viltstift met uitwisbare inkt kan schrijven of tekenen en waarop men met een magneet voorwerpen kan klemmen
     "Het verhaal is vrij simpel. Ik keek opzij en schreef iets op mijn whiteboard, dat heb ik altijd naast de baan liggen. Toen ik terug de baan opkeek, zag ik Sven voor mijn gevoel in de buitenbocht rijden. Hij was heel ver uitgewaaierd."[2]
     De Nederlander hoorde niet alleen hoe de oplichters te werk gingen, hij zag het ook. Samen met zijn collega's. Op een whiteboard bij de buren stonden de targets - bedragen die medewerkers moesten behalen. "We zagen dan 's ochtends dat ze de nacht ervoor weer zo veel geld hadden binnengeharkt, best wel bizar."[3]
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. whiteboard op website: Etymologiebank.nl
  2. Bronlink Weblink bron “Kemkers: 'Mijn schuld'” (24-02-2010), NOS
  3. Bronlink Weblink bron “'Wij zagen die internetoplichters zo veel geld binnenharken'” (22-06-2017), NOS