whister

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

4 whisters
Uitspraak
Woordafbreking
  • whis·ter
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Engels, afleiding van whist met het achtervoegsel -er
enkelvoud meervoud
naamwoord whister whisters
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de whisterm

  1. iemand die het spel whist speelt
    • De Moedige Kaarters organiseerden hun koningskaarting in sporthal De Gavers. Bij de bieders ging de koningstitel naar Gerard Vertenten, bij de whisters naar Rene Heerwegh. Prosper Van der Weken werd kampioen over het hele jaar.[1] 
Vertalingen

Gangbaarheid

14 % van de Nederlanders;
19 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. de Standaard 21 JANUARI 2010 (GVDV)
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be