wetstalen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wets·ta·len

Zelfstandig naamwoord

de wetstalenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord wetstaal (de taal van de wet)


Woordafbreking
  • wet·sta·len

Zelfstandig naamwoord

de wetstalenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord wetstaal (ijzer waaraan je een mes of schaar kunt slijpen)