wetenschapster
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- we·ten·schap·ster
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van wetenschap met het achtervoegsel -ster
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wetenschapster | wetenschapsters |
verkleinwoord | wetenschapstertje | wetenschapstertjes |
Zelfstandig naamwoord
de wetenschapster v
- (beroep) vrouwelijke vorm van wetenschapper
Hyponiemen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord wetenschapster staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.