werkte mede

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • werk·te me·de
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
medewerken

werkte mede

  1. enkelvoud verleden tijd van medewerken
    • Ik werkte mede. 
    • Jij werkte mede. 
    • Hij, zij, het werkte mede. 


Gangbaarheid