wereldpolitiek

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • we·reld·po·li·tiek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord wereldpolitiek
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de wereldpolitiekv

  1. (politiek) datgene wat gerelateerd is aan het besturen van de wereld
     EU-correspondent Sander van Hoorn legt uit wat er op het spel staat in Europa, ook wat betreft de plek van de Europeanen in de wereldpolitiek.[2]
     Het eind van haar Kanzlerschaft is in zicht en in haar optiek staat de wereld er slechter voor dan toen ze begon. Ze hoopt dat ze door deze toespraken haar visie op de wereldpolitiek kan geven, en alvast aan haar erfenis werkt.[3]

Gangbaarheid

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 25 februari 2022 Weblink bron “Dit zijn de grote uitdagingen voor de Europese Unie” (13-05-2019), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 25 februari 2022 Weblink bron “Merkel krijgt progressief Harvard met toespraak aan haar voeten” (31-05-2019), NOS