wereldbekerfinale

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • we·reld·be·ker·fi·na·le
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord wereldbekerfinale wereldbekerfinales
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de wereldbekerfinalev / m

  1. (sport) laatste wedstrijd in de strijd om een wereldbeker
     Ireen Wüst heeft haar schaatsseizoen afgesloten met een mooie overwinning op de 1.500 meter. Tijdens de wereldbekerfinale in Heerenveen won ze in een rechtstreeks duel van haar grote concurrente Miho Takagi: 1.53,10 om 1.53,27.[1]
     Jutta Leerdam heeft bij de wereldbekerfinale in Heerenveen de laatste 1.000 meter van het seizoen gewonnen.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron “Wüst sluit seizoen af met baanrecord en wereldbekergoud” (08-03-2020), NOS
  2. Bronlink Weblink bron “Snelle Leerdam voor het eerst op hoogste trede wereldbekerpodium” (07-03-2020), NOS