wereldbekercircuit

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • we·reld·be·ker·cir·cuit
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord wereldbekercircuit wereldbekercircuits
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het wereldbekercircuito

  1. alle wedstrijden die meetellen voor het behalen van de wereldbeker
     Verschillende skiesters waren onderweg sneller, maar Suter pakte haar winst op het laatste deel van de piste. De 24-jarige Duitse Weidle overtrof zichzelf in het Italiaanse skioord; ze was pas twee keer derde geworden in het wereldbekercircuit.[1]
     De wedstrijden stonden voor november en december in Polen, Noorwegen, de Verenigde Staten en Canada op de rol. Reizen tussen die landen is vanwege de coronapandemie niet verstandig. Wanneer de schaatsers wel in actie gaan komen in het wereldbekercircuit is nog onduidelijk.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 17 november 2022 Weblink bron “Zwitserse Suter pakt in Cortina d'Ampezzo wereldtitel op afdaling” (Zaterdag 13 februari 2021, 12:15), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 17 november 2022 Weblink bron “Schaatsbond ISU wil 'bubbel' in Nederland voor eerste WB-wedstrijden” (Maandag 31 augustus 2020, 17:26), NOS