welopgevoed
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: welopgevoed (hulp, bestand)
Woordafbreking
- wel·op·ge·voed
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van wel bw en opgevoed bn
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | welopgevoed | welopgevoeder | welopgevoedst |
verbogen | welopgevoede | welopgevoedere | welopgevoedste |
partitief | welopgevoeds | welopgevoeders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
welopgevoed [1]
- een goede opvoeding genoten hebbend; netjes opgevoed zijn
- Meisje A is nog wel netjes en welopgevoed, maar meisjes B en C vind ik verwend. Ze vragen altijd op een brutale toon om snoep en drinken. Met hen in huis loop ik de hele middag af en aan, dan lijk ik wel een dienstbode. Terwijl als A er is zijn ze gewoon rustig aan het spelen en pakken ze zelf drinken. Ik weet niet, ik heb met sommige meisjes gewoon niet zo'n klik. Vaak bedanken ze niet eens voor het spelen, maar lopen ze zo de deur uit.[2]
- Politieke hypocrieten, hun valse tanden zettend in de nek van een premier, die zich te volks en dus een leider onwaardig zou hebben getoond … Zij allen kunnen gerust zijn. Er komen betere tijden aan. Een toekomst, waarin handhaving en beschaving hand in hand zullen gaan. Met dank aan de kweekvijver voor welopgevoede nieuwe bazen en leiders: de Groningse studentenvereniging Vindicat atque Polit, wat in gewoon Nederlands Handhaaft en Beschaaft betekent.[3]
Synoniemen
- beleefd, beschaafd, fatsoenlijk, gemanierd, welgemanierd, wellevend, netjes, keurig, vriendelijk, geciviliseerd, gedistingeerd, ontwikkeld
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord welopgevoed staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "welopgevoed" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ de Telegraaf 23 nov. 2016
- ↑ de Telegraaf DOOR BERT DIJKSTRA 24 sep. 2016
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be