welgevuld

Uit WikiWoordenboek


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wel·ge·vuld
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen welgevuld
verbogen welgevulde
partitief welgevulds

Bijvoeglijk naamwoord

welgevuld [1]

  1. rijkelijk voorzien zijn van iets
    • Het verzamelen van kunst is in ons land een echte passie. Collectioneurs met een goed oog en een welgevulde beurs kiezen vaak beter en vooral vlugger dan de musea. [2] 
    • Voor Van Raemdonck is het een nieuwe stap in een al welgevulde managerscarrière. [3] 
    • Elk jaar wil het EP en de EC er meer geld bij hebben, zodat zij kennelijk nog meer uit de welgevulde ruif kunnen halen, waardoor er nog meer appelen van de kar vallen om hun eigen zakken te vullen. [4] 
    • Vorige week bracht ik een welgevuld bliksembezoek aan Londen. Binnen zesentwintig uur zag ik een prachtige voorstelling, bezocht ik de expositie over David Bowie in het Victoria & Albert museum en at ik vier tevredenstemmende maaltijden. [5] 
Synoniemen

Gangbaarheid

96 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[6]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. De Standaard 25 JUNI 2011 Jan Van Hove Collectie Tony Herbert
  3. De Standaard 13 NOVEMBER 2014 jir Geoffroy Van Raemdonck topman bij Ralph Lauren
  4. De Telegraaf 09 feb. 2017 Mens kan verleiding niet aan
  5. NRC Roos Ouwehand 19 juni 2013 Verkoeling
  6. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be