welgesteld
Uiterlijk
- Geluid: welgesteld (hulp, bestand)
- wel·ge·steld
- samenstelling van wel en gesteld ww (wel = goed)
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | welgesteld | welgestelder | welgesteldst |
verbogen | welgestelde | welgesteldere | welgesteldste |
partitief | welgestelds | welgestelders | - |
welgesteld
- financieel goed gesitueerd
- Hij kwam uit een welgestelde familie.
- ▸ Haar vader de baron verlangde een welgestelde schoonzoon en dat was een onmogelijke eis.[1]
1. financieel goed gesitueerd
- Het woord welgesteld staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "welgesteld" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Tussen rood en zwart” (2014), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044625691
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be