wegverlegging
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- weg·ver·leg·ging
Woordherkomst en -opbouw
- Samenstelling van weg en verlegging
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wegverlegging | wegverleggingen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de wegverlegging v
- (wegenbouw) het verplaatsen van een weg naar een andere plek
- ▸ Door een wegverlegging ontstaat bijvoorbeeld een stuk onbereikbare landbouwgrond dat dan een nieuwe bestemming krijgt.[1]
Gangbaarheid
- Het woord 'wegverlegging' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Meer asfalt en meer natuur, hoe kan dat?” (27 februari 2005), Online Bezoekerscentrum