wegblijver
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: wegblijver (hulp, bestand)
Woordafbreking
- weg·blij·ver
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wegblijver | wegblijvers |
verkleinwoord | wegblijvertje | wegblijvertjes |
Zelfstandig naamwoord
de wegblijver m
- iemand die niet komt
- iemand die niet komt en vanaf dat bepaald moment helemaal niet meer komt