weerschip
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- weer·schip
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van weer en schip
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | weerschip | weerschepen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het weerschip o
- (meteorologie) (scheepvaart) zeeschip voor het doen van meteorologische waarnemingen
- Weerschepen waren vooral van belang in de Tweede Wereldoorlog
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord weerschip staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.