weerschijnsel
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- weer·schijn·sel
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van weerschijnen met het achtervoegsel -sel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | weerschijnsel | weerschijnsels |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het weerschijnsel o
Gangbaarheid
- Het woord weerschijnsel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.