weegschaal

Uit WikiWoordenboek
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: Weegschaal
Een weegschaal.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • weeg·schaal
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord weegschaal weegschalen
verkleinwoord weegschaaltje weegschaaltjes

Zelfstandig naamwoord

weegschaal v/m

  1. (gereedschap) een meetinstrument waarmee het gewicht kan worden bepaald
    • We moeten nog een nieuwe weegschaal kopen. 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen