weeg over

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • weeg over
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
overwegen

weeg (…) over

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overwegen
    • Ik weeg over. 
  2. gebiedende wijs van overwegen
    • Weeg over! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overwegen
    • Weeg je over? 

Gangbaarheid