weckfles

Uit WikiWoordenboek
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • weck·fles
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord weckfles weckflessen
verkleinwoord weckflesje weckflesjes

Zelfstandig naamwoord

weckfles v/m

  1. glazen pot waarin levensmiddelen (zoals groente, vruchten en vlees) geweckt en bewaard worden
    • Ik vind alles beter dan die saaie nul van de dood, dat niks. Als we een kwart procentje overhouden van dit schitterende geval, ben ik al tevreden. Al staat mijn brein op sterk water in een weckfles, ook goed. [1] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

80 % van de Nederlanders;
48 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. de Volkskrant Nathalie Huigsloot25 januari 2019 interview Jan Mulder
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be