webinar
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
- we·bi·nar
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Engels
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | webinar | webinars |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- een lezing, workshop, college of soortgelijke presentatie of vorm van kennisoverdracht die plaatsvindt via het internet
- ▸ Momenteel wordt er een webinar georganiseerd om alle kennis landelijk te delen, zegt Joost Bart, patholoog bij het UMCG en voorzitter van de Nederlandse vereniging voor pathologie.[1]
- ▸ Internetcriminelen zouden er de afgelopen weken in zijn geslaagd om het systeem achter Zoom te hacken. Ze wisten onder meer online lessen van scholen te onderbreken en plaatsten racistische teksten tijdens een webinar over antisemitisme.[2]
Synoniemen
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord webinar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron
Francien Yntema“Pathologen zien veel schade bij overleden coronapatiënten” (13-05-2020), NOS - ↑
Weblink bron “Amerikaanse justitie start onderzoek naar populaire videoconferentie-app Zoom” (31-03-2020), NOS