weakness

Uit WikiWoordenboek

Engels

Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van weak met het achtervoegsel -ness
enkelvoud meervoud
weakness weaknesses

Zelfstandig naamwoord

weakness

  1. zwakheid
    «That was one of his major weaknesses
    Dat was een van zijn grootste zwakheden.
  2. zwakte
    «His general weakness was caused by a virus.»
    Zijn algehele zwakte was het gevolg van een virus.
  3. zwak
    «She had a weakness for handsome athletes.»
    Ze had een zwak voor knappe atleten.