waxt
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- waxt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
waxen |
waxt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van waxen
- Jij waxt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van waxen
- Hij waxt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van waxen
- Waxt!
Gangbaarheid
- Het woord waxt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.