watertrapte
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: watertrapte (hulp, bestand)
Woordafbreking
- wa·ter·trap·te
Werkwoord
vervoeging van |
---|
watertrappen |
watertrapte
- enkelvoud verleden tijd van watertrappen
- Ik watertrapte.
- Jij watertrapte.
- Hij, zij, het watertrapte.
- Ik watertrapte.