watersysteem
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- wa·ter·sys·teem
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van water zn en systeem zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | watersysteem | watersystemen |
verkleinwoord | watersysteempje | watersysteempjes |
Zelfstandig naamwoord
het watersysteem o
- (waterbeheer) alles wat direct of indirect betrekking heeft op het oppervlaktewater
- ▸ De lastenverschuiving is vooral te zien bij kosten voor het beheer van het watersysteem, waaraan de waterschappen jaarlijks 1,3 miljard euro uitgeven. Dat geld kwam in 2000 voor 70 procent van burgers en voor 30 procent van boeren; tegenwoordig is die verhouding 90/10.[1]
- ▸ De waterschappen en de gemeenten werken nu ook al samen op het gebied van waterveiligheid, het watersysteem en de afvalwaterketen. En ook op het gebied van belastingen wordt al samengewerkt, waardoor een efficiënte bedrijfsvoering mogelijk is.[2]
Hyponiemen
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron NOS Nieuws“Burger draait op voor waterschap” (Maandag 10 februari 2014, 01:41), NOS
- ↑ Weblink bron NOS Nieuws“Gemeenten en provincies willen af van waterschappen” (Vrijdag 23 april 2010, 21:55), NOS