waterspreeuw

Nederlands

Een roodbuikwaterspreeuw in het Tatragebergte (polen).

Uitspraak

• Geluid:  waterspreeuw    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈwatɛrˌsprew / (3 lettergrepen)

Woordafbreking

• wa·ter·spreeuw

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  water zn  en  spreeuw zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	waterspreeuw	waterspreeuwen
verkleinwoord	waterspreeuwtje	waterspreeuwtjes

Zelfstandig naamwoord

de waterspreeuw v / m

1. (zangvogels) bepaald soort bruine, bolle vogel met witte borst, Cinclus cinclus  uit de familie van waterspreeuwen Cinclidae , die voorkomen bij stromend water

Hyperoniemen

• waterspreeuwen, zangvogels, vogels, viervoeters, gewervelden, chordadieren, dieren

Verwante begrippen

• Noord-Amerikaanse waterspreeuw, roodkeelwaterspreeuw, witkopwaterspreeuw, zwarte waterspreeuw

Hyponiemen (in taxonomische zin)

• Indien waterspreeuw wordt beschouwd als individu van de familie of andere groep waterspreeuwen zie dan Hyponiemen waterspreeuwen

Vertalingen

    1. bepaald soort bruine, bolle vogel met witte borst, Cinclus cinclus   

Engels: dipper (en)

Spaans: mirlo de agua (es) m

Gangbaarheid

• Het woord waterspreeuw staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.