waterpoel
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- wa·ter·poel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van water en poel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | waterpoel | waterpoelen |
verkleinwoord | waterpoeltje | waterpoeltjes |
Zelfstandig naamwoord
de waterpoel m
- ondiep, stilstaand waterbekken van geringe omvang.
Verwante begrippen
Vertalingen
1. ondiep, stilstaand waterbekken van geringe omvang
Gangbaarheid
- Het woord waterpoel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "waterpoel" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be