watermeloen

Uit WikiWoordenboek
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Watermeloenen.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wa·ter·me·loen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord watermeloen watermeloenen
verkleinwoord watermeloentje watermeloentjes

Zelfstandig naamwoord

watermeloen v/m

  1. (fruit) (plantkunde) Citrullus vulgaris op Wikispecies, een grote vrucht met vochtig en rood vruchtvlees en zwarte zaden
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be