watermaal

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wa·ter·maal
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord watermaal watermalen
verkleinwoord watermaaltje watermaaltjes

Zelfstandig naamwoord

de watermaalv / m

  1. (dierkunde) (Vroegnieuwnederlands) verder onbekend bij en in het water levend zoogdier, waarvan de pels als bont werd gebruikt
Hyperoniemen
enkelvoud meervoud
naamwoord watermaal -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het watermaalo

  1. (materiaalkunde) bont van een verder onbekend bij en in het water levend zoogdier
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen