waterlootje

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wa·ter·loot·je
  • wa·ter·loo·tje

Zelfstandig naamwoord

het waterlootjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord waterloot

het waterlootjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord waterloo