waterhoenders

Nederlands

Amaurornis phoenicurus  (witborstwaterhoen)

Uitspraak

• Geluid:  waterhoenders    (hulp, bestand)

• (IPA in voorbereiding)

Woordafbreking

• wa·ter·hoen·ders

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  water zn  en  hoenders zn 
•  waterhoen zn  met de uitgang -ders

	enkelvoud	meervoud
naamwoord		waterhoenders
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de waterhoenders mv

1. meervoud van het zelfstandig naamwoord waterhoen
2. meervoudsvorm als officiële benaming (kraanvogelachtigen) een geslacht Amaurornis  van vogels uit de familie rallen, koeten en waterhoentjes (Rallidae ). Het geslacht telt 5 soorten

Hyperoniemen

• [2] rallen, kraanvogelachtigen, vogels, viervoeters, gewervelden, chordadieren, dieren

Hyponiemen (in taxonomische zin)

• [2] Moluks waterhoen, olijfbruin waterhoen, sulawesiwaterhoen, talaudwaterhoen, witborstwaterhoen

Verwante begrippen

• Afrikaans waterhoen, Amerikaans waterhoen, Australisch waterhoen, bruin waterhoen, goughwaterhoen, klein waterhoen, kleinst waterhoen, makirawaterhoen, Oliviers waterhoen, samoawaterhoen, tristanwaterhoen, zwart waterhoen, zwartkopwaterhoen

Gangbaarheid

• Het woord waterhoenders staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.