waterbioloog

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  waterbioloog    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• wa·ter·bio·loog

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  water  en  bioloog 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	waterbioloog	waterbiologen
verkleinwoord	waterbioloogje	waterbioloogjes

Zelfstandig naamwoord

de waterbioloog m

1. (biologie) (beroep) bioloog die waterdieren en -planten bestudeert

Verwante begrippen

• waterbiologe

Gangbaarheid

• Het woord 'waterbioloog' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.