waspoeder

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • was·poe·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord waspoeder waspoeders
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

waspoeder o / m [1]

  1. poedervormig wasmiddel voor de hand- of machinewas van kleding
    • Groothuis kreeg veel respons op haar schoonmaakcolumns. En steeds nieuwe inspiratie om dingen uit te zoeken. Zo leerde ze dat je bruin ingebrande ovenschalen schoon krijgt door ze in te smeren met groene zeep uit een pot, daar ammonia bij te doen en een nacht in een afgesloten vuilniszak te stoppen. Ze leerde dat je beter waspoeder kunt gebruiken dan vloeibaar wasmiddel. En dat de was een half uur eerder droog is als je een droge handdoek in je droger stopt. „De oude generatie heeft een schat aan kennis. Ik kreeg het gevoel: ik moet dat vastleggen, voordat zij uitsterven.” [2] 
Synoniemen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Mirjam Remie 9 juli 2016
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be