wasbak

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • was·bak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord wasbak wasbakken
verkleinwoord wasbakje wasbakjes

Zelfstandig naamwoord

wasbak m

  1. een bassin waarin gewassen kan worden
    • Doe de afwas maar in de wasbak. 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be