ware
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- wa·re
Bijvoeglijk naamwoord
ware
- verbogen vorm van de stellende trap van waar
- Die insecten zijn een ware plaag.
Werkwoord
vervoeging van |
---|
zijn |
ware
- aanvoegende wijs verleden tijd van zijn
- De auto auto zweeft als het ware over de weg.
- Hij werd onthaald als ware hij de koning in eigen persoon.
- ▸ Ik liep als het ware met een rasp in mijn achterste (chafing noemen ze dat in Amerika) wat verschrikkelijk veel pijn deed, het was alsof ik in brand stond.[1]
Werkwoord
vervoeging van |
---|
waren |
ware
- aanvoegende wijs van waren
Gangbaarheid
- Het woord ware staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "ware" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018),
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Afrikaans
Bijvoeglijk naamwoord
ware
- attributieve vorm van waar
Engels
enkelvoud | meervoud |
---|---|
ware | wares |
Zelfstandig naamwoord
ware
Hyponiemen
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 4
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Bijvoeglijknaamwoordsvorm in het Nederlands
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 98 %
- Prevalentie Vlaanderen 93 %
- Woorden in het Afrikaans
- Bijvoeglijknaamwoordsvorm in het Afrikaans
- Woorden in het Engels
- Woorden in het Engels van lengte 4
- Zelfstandig naamwoord in het Engels