wapenfabriek

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

wapenfabriek
Uitspraak
Woordafbreking
  • wa·pen·fa·briek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord wapenfabriek wapenfabrieken
verkleinwoord wapenfabriekje wapenfabriekjes

Zelfstandig naamwoord

de wapenfabriekv

  1. een fabriek of werkplaats waar men wapens maakt
     Vervolgens viel de Israëlische luchtmacht stellingen op de Gazastrook aan. Bij die aanval werd onder meer een wapenfabriek verwoest.[2]
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 30 januari 2022 Weblink bron “Palestijnse jongen (15) doodgeschoten in Nablus” (24-08-2021), NOS