wanen
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- wa·nen
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘zich verbeelden’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 901 [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
wanen |
waande |
gewaand |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
wanen
- wederkerend zich ~: zich iets inbeelden wat niet waar is; een onterechte veronderstelling
- Hij waande zich in de zevende hemel.
- Het voetbalteam waande zich veilig na de 2-0 voorsprong.
Verwante begrippen
Vertalingen
Zelfstandig naamwoord
wanen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord waan
Gangbaarheid
- Het woord wanen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "wanen" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 5
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Wederkerend werkwoord in het Nederlands
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 95 %
- Prevalentie Vlaanderen 94 %