wandtapijt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

wandtapijn naar schilderij van Albert Eckhout
Uitspraak
Woordafbreking
  • wand·ta·pijt
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord wandtapijt wandtapijten
verkleinwoord wandtapijtje wandtapijtjes

Zelfstandig naamwoord

wandtapijt o [1]

  1. een tapijt dat dient als wandversiering
    • De baron en barones zelf gingen ondertussen twee jaar op reis om overal ter wereld kunst te verzamelen. Daarbij werd niet op een dubbeltje gekeken: als ze iets mooi vonden, kochten ze het gewoon. Het kasteel staat dan ook vol met prachtige kunstwerken. Zestiende-eeuwse wandtapijten, Chinees en Japans aardewerk, een Japanse draagkoets uit de achttiende eeuw, bijzondere kroonluchters, schilderijen, Perzische tapijten: alles is even mooi en kostbaar.[2] 
    • Zoals bij veel decoratie ging er een lange geschiedenis vooraf het behangpapier dat we vandaag de dag kennen. In de middeleeuwen startte men in Europa met wandtapijten als muurdecoratie, later werd het mode om goudleerbehang te gebruiken, bedrukt met houtsnede.[3] 
Synoniemen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Telegraaf JOLANDA JANSSEN 10 mrt. 2017
  3. de Telegraaf 28 feb. 2017