wandelvakantietje
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- wan·del·va·kan·tie·tje
Zelfstandig naamwoord
het wandelvakantietje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord wandelvakantie
Gangbaarheid
- Het woord 'wandelvakantietje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.