wandbetimmering
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- wand·be·tim·me·ring
Woordherkomst en -opbouw
- Samenstelling van wand en betimmering
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wandbetimmering | wandbetimmeringen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de wandbetimmering v
- de bekleding van een wand met houten panelen