walmuur

Nederlands

[1] walmuur

Uitspraak

• Geluid:  walmuur    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• wal·muur

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  wal zn  en  muur zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	walmuur	walmuren
verkleinwoord	walmuurtje	walmuurtjes

Zelfstandig naamwoord

de walmuur m

1. muur die een aarden wal stut

   ▸ Met aanmoedigingen vanaf de walmuur en terrassen was het een feest om door de Dijkstraat te rennen. Eindelijk zonder tegenwind. Op weg naar de finish die verplaatst was van het ongezellige haventerrein naar de sfeervolle Markt met veel publiek.

2. muur van een kade die water en land afgrenst

   ▸ „Een vrachtwagen die langs de grachten rijdt, heeft een impact van 200.000 personenauto’s”, zegt Ploos van Amstel. „Al dat transport sloopt de stad. Hoe meer zwaardere voertuigen van de weg af gaan; hoe beter het is voor onze walmuren.”

Gangbaarheid

• Het woord 'walmuur' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "walmuur" herkend door:

54 %	van de Nederlanders;
53 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.