walkietalkie

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wal·kie·tal·kie
Woordherkomst en -opbouw
  • samenstelling van engels  walk ww  (lopen) en  talk ww  (praten)
enkelvoud meervoud
naamwoord walkietalkie walkietalkies
verkleinwoord walkietalkietje walkietalkietjes

Zelfstandig naamwoord

de walkietalkiem

  1. draagbaar (speelgoed)apparaat waarin men via een radioverbinding gesproken berichten kan zenden en ontvangen
    • De jongens konden met een walkietalkie met elkaar praten en net doen alsof ze een politieagent waren. 
Schrijfwijzen

Engelse leenwoorden met reduplicatie of bijna-reduplicatie worden aaneengeschreven, ook wanneer het woord in het Engels een liggend streepje of spatie heeft. Andere voorbeelden zijn bushbush, dumdum en blingbling (zie onder spellingregel 12.B: "Maar in het geval van (bijna-)reduplicatie schrijven we het woord aaneen.")

Gangbaarheid

94 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be