wachtzaaltje
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: wachtzaaltje (hulp, bestand)
- IPA: / ˈwɑxtsalcə / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- wacht·zaal·tje
Woordherkomst en -opbouw
Zelfstandig naamwoord
het wachtzaaltje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord wachtzaal