wachtte op

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  wachtte op    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• wacht·te op

Woordherkomst en -opbouw

• uit wachtte (werkwoord) en op (bijwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan

Werkwoord

vervoeging van
opwachten

wachtte op

1. enkelvoud verleden tijd van opwachten
   

   • Ik wachtte op. 
     
   • Jij wachtte op. 
     
   • Hij, zij, het wachtte op. 

Gangbaarheid

• Het woord wachtte op staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.