wachthond

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wacht·hond
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord wachthond wachthonden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de wachthondm [1]

  1. hond die waakt en beschermt
    • Cali, de bruine pony, is ongeveer even groot als een uit de kluiten gewassen hond en weegt maar 45 kilogram. Ze is het eerste geleidedier voor de 28-jarige Mona Ramouni. Als toegewijde moslim was het onmogelijk om een blindengeleidehond in huis te nemen. Volgens de islam is het speeksel van honden onrein. Honden kunnen wel gebruikt worden als wachthond of als herdershond, maar niet als huisdier. De ouders van Ramouni kozen dus de pony Cali om hun blinde dochter te begeleiden. [2] 
  2. (figuurlijk) iemand die waakt en beschermt
    • GroenLinks is nodig voor een ander verhaal in de raad. „Volledig mee eens. Denk daarbij aan duurzaamheid. Daar is veel meer aandacht voor nodig. Elk besluit moet een duurzaamheidsparagraaf hebben. Daar ligt een rol voor GroenLinks. Maar ook als het gaat om armoebeleid en een uitbreiding daarvan. Wij zijn de wachthond voor de mensen. Zij mogen niet het slachtoffer worden van de decentralisaties." [3] 
Synoniemen

Gangbaarheid

77 % van de Nederlanders;
83 % van de Vlamingen.[4]


Verwijzingen